Dwarsliggers en droogshampoo
- mijnsuperleven
- 16 jan 2019
- 3 minuten om te lezen
Zo. Hij is er. En hij had er zin in. Want met een schamele 34 weken op de teller maakte hij overduidelijk dat ik toch echt ietsje eerder oversized nachthemden, ZEEMAN-onderbroeken en droogshampoo in huis had moeten halen voor een ziekenhuisbevalling. Voor de baby was alles gereed, voor mij nog niks. Ik was dus al best goed in het ‘als moeder zet je jezelf op de laatste plaats-principe’. En zo werd ik middenin de nacht – ik moest plassen, dacht ik – in een rolstoel door een stil en donker ziekenhuis naar de verlosafdeling gebracht door de verloskundige. Mijn beduusde partner in ons kielzog. Status: onze huiswerkopdrachten van de pufcursussen nog niet onder de knie, de weeëntimer-app nog niet geïnstalleerd, de skippybal nog niet opgepompt en de bevalangst nog láng niet te boven.
Tóch voelde ik me prima. Zo is er van mij een foto opgedoken lachend in een rolstoel op een donker en koud parkeerterrein in mijn lelijkste winterjas met daaronder een T-shirt waar ik al nachten in sliep en een uit de kast getrokken oude legging*. Het deerde me niet; ik ging dit varkentje weleens even wassen. Eén van mijn angsten dat ik waarschijnlijk de enige vrouw op aard zou zijn die het oer-hormoon niet aan zou maken, was dus volkomen onterecht; deze bewuste nacht had ik er literflessen mee kunnen vullen. Gelukkig maar, want het ging allemaal rázendsnel.
De huiswerkopdracht waarin ik mijn ideale bevalling moest visualiseren, had ik wél een paar keer gedaan. Echter, alleen het beeld waarin ik mijzelf paniekerig aan stond te staren in de toilet-spiegel met gebroken vliezen en mijn onderbroek op mijn enkels, kwam in werkelijkheid uit. Tijdens mijn utopische bevalling zouden alleen mijn partner en ik in de intiem verlichte ziekenhuiskamer aanwezig zijn, flakkerende (nep)kaarsen op de vensterbank, de klanken van SADE uit de meegebrachte boxjes die aan de meegebrachte opladers hingen en ik zou vrij zijn om te gaan en staan waar ik maar wilde om de oerkrachten op te vangen. Mijn partner masseerde mij af en toe volgens de light-touch-kippenvel-methode en ik kreeg kopjes thee van de verloskundige die verder eigenlijk niets hoefde te doen, omdat ik rustig ademend in een nachthemdje met kant, gladde bruine benen en gelakte teennageltjes, mijn prachtig voldragen kindje met rond hoofdje, donkere haartjes en dito kraaloogjes ter wereld bracht. De baby zou mij recht in mijn ogen aankijken en niet beginnen met huilen, maar gelukzalig naar mij glimlachen. Een warm gevoel zou mijn borst vullen en mijn partner en ik zouden elkaar blij en trots aankijken. Beiden met kristaltranen van geluk in onze ooghoeken.
De werkelijkheid was een tikkeltje anders. Zo stond er een medisch team** van minstens elf personen in de TL-verlichte ziekenhuiskamer om het bed waar ik totaal onvoorbereid in een ongewassen T-shirt aan apparatuur en draadjes lag, terwijl een verpleegkundige een infuus in mijn arm prikte. Mijn eigen verloskundige ging weg en serveerde helemaal geen thee, omdat ik niet teveel mocht drinken vanwege een mogelijke operatie; de baby lag namelijk in stuit. Ergo; overdwars. Ergo; wil je niet. In plaats van SADE, hoorden we pieptoontjes die de hartslagen van mij en de baby lieten horen en de kippenvel-light-touch-massage kon ik uiteraard helemaal op mijn buik schrijven. De baby (overigens met rond hoofdje, zwarte haartjes en kraaloogjes!) kwam opgeklapt als een strijkplank uit de bezemkast ter wereld en werd - godzijdank huilend en niet glimlachend - na een snelle blik en een korte ontmoeting op mijn borst, door de kinderartsen meegenomen naar een kamertje vol met medische onderzoeksapparatuur. Mijn partner ging er na een snel kusje direct achteraan. Met de gynaecoloog - en zijn naald en draad - bleef ik over in de stille ziekenhuiskamer.
En ook dat alles lieve mensen, deerde me niet! Gekke wonderlijke hormonen. Ik voelde me sterk, vol vertrouwen in mijn kind en de artsen en was trots over deze prestatie. Ik voelde dat het met deze nieuwe wereldburger wel snor zat. En dat zat het. Elke dag verdween er wel een slangetje, snoertje of monitor. High-care werd medium-care, couveuse werd ziekenhuisbedje en ziekenhuisbedje werd na elf ziekenhuismaaltijden het familiewiegje op onze warme slaapkamer.
Lief, vrolijk, knap, kwijlend baby’tje van ons. Wat ben je toch een topper. Trotse blikken, een warm gevoel in mijn lichaam en kristaltranen van geluk in onze ooghoeken bij het vangen van jouw eerste grote glimlach. Die laten we nooit meer los.
Welkom lieve Nout.
* Bekijk voor de grap hier de inhoud van de ‘vluchtkoffer(s)’ van mode-ondernemer en vlogger Josh V.
** Veel, heel veel dank aan het personeel van Rijnstate Arnhem; met een goed gevoel kijk ik terug op de onverwachte maar zeer voorspoedige bevalling en ook op de ‘kraamtijd’ onder begeleiding van de vele lieve en professionele medewerkers.
Recente blogposts
Alles weergevenAls moeder voel je je vaak ondergewaardeerd. Je man, je kids, je (jongere, kinderloze) collega’s; niemand lijkt écht te zien welke...
Bolle, de DJ, de Belg, de Krullenbol, de Klootzak, de Lamzak; Nee, je zit niet in een aflevering van ‘Opsporing Verzocht’ met een...
Architecten, kunstenaars, schrijvers, beroepsmuzikanten, sportverslaggevers, journalisten, redacteuren, directeuren, uitvinders,...
Comments