Column: Duivenvrouwtjes en pantykousjes
- mijnsuperleven
- 10 feb 2017
- 3 minuten om te lezen
Met 2 truien, een dik vest en een legging onder mijn zwarte spijkerbroek loop ik ineengedoken en ingesnoerd in mijn wollen jas over straat. Een lelijke lichtblauwe plastic zak onder mijn linkeroksel geklemd. Ik ben ziek maar moet toch echt hamsteren om vanavond nog wat vitaminen en Tony’s Chocolonely binnen te krijgen. In de spiegelende ruit van de buurman op de hoek kijk ik mijzelf tersluiks aan. Ik schrik me het apenzuur! Ik zie een to-taal andere vrouw dan ik dacht te zien. Of hoopte.
Die wollen muts op mijn hoofd stond 3 jaar geleden nog heel hip en happening. Evenals die schoenen waar je de veters omheen moet knopen over mijn zwarte vale skinnyjeans. Nu, drie jaar later, zie ik meer dat vrouwtje uit Home Alone 2, die met die duiven in dat park. Weetjewel? Die eh…nouja, laten we er geen doekjes om winden en elkaar geen mietje noemen: zwerver.
Nou werkt het ook niet echt mee dat ik me een Michelinmannetje voel met drie truien en een legging onder mijn outfit. En dat het die periode van de maand is ook niet. En dat manlief lekker staat te feesten in een Amsterdamse feesttent terwijl ik onaantrekkelijk lig te wezen met 3 truien onder mijn vest en een legging onder mijn broek met een reep Tony Chocolonely in mijn linkermondhoek ook niet echt. Maar ergens moet ik ook gewoon het leed onder ogen zien; mijn tijd is geweest.
Als klapper op de vuurpijl struikel ik over de twintigjarige meisjes met blote enkels in witte gympies, strakke zwarte broeken met twee ontblote - !!!-Mijn-god-kind-het-is-verdomme -1! MIN ÉÉN! - knieën en kekke zwarte leren jasjes die ze open dragen. Zonder sjaal. Zodat je hun diepe v-hals truitje kunt bewonderen. De haren glanzend en lang en perfect vallend met een nonchalant aangebrachte perfecte subtiele krul aan de onderkant. Onder hun oksel geen blauwe plastic Albert Heijn zak, maar een grote leren shopper. Heel erg vlogblog-it-en-fitgirl. Ik strijk met mijn rechterhand mijn droge dorre winterhaar glad, wat het effect heeft dat het statisch richting de hemel wijst. Ook ik heb die tijd gehad. Die tijd waarin die meisjes nu vol overtuiging zitten. Fietsend met -3 naar de middelbare school, kort jasje aan, niet bepaald een Bridget-Jones-onderbroek onder mijn veel te dunne strakke synthetische broek, en mijn voeten in ultradunne pantykousjes in pumps gestoken (ja, pantykousjes ja….). Na 1 kilometer kleurden mijn voeten Delftsblauw met witte plekken en eenmaal in de klas vuurtorenrood. Dat ik elke winter last had van wintertenen woog niet op tegen mijn acte de présence.
Mij kleden naar het seizoen? Vergeet Het Maar! Om niet te beginnen over een muts op mijn hoofd. Ja DAAHAAG mam! Ik ben geen nerd!! Neeee, ik fietste liever jankend van de koppijn met een nat koud voorhoofd én Siberische tegenwind door de vrieskou, want je zou toch maar de hunk van school tegenkomen. Dat ik zeven jaar later zelfs ’s zomers met een muts in de discotheek zou staan tussen allemaal andere mensen met mutsen, dat wist ik toen natuurlijk nog niet...
Ik trek de ceintuur van mijn jas nog maar wat strakker, zodat de mensen kunnen zien dat jongbelegen 30+ Michelinvrouwtjes heus ook nog wel een taille hebben en baal van mijn jaloezie. Er waren tijden dat ik een muts op mijn ongekamde hoofd kon zetten en zwerverschoenen aan kon trekken met het effect dat mannen van verschillende pluimage tegen lantaarnpalen aanfietsten en schildersbusjes tegen de vangrail knalden omdat ze waarschijnlijk wilden zien van welk merk mijn schoenen waren.
Om nog iets dieper weg te zakken in weemoed naar dit vervlogen tijdperk, denk ik terug aan een jaar gelee toen ik - naar mijn idee stylishverantwoord – achter twee jonge jongens over de Amsterdamsestraatweg fietste; lange camelkleurige wollen jas met ceintuur in de taille (he-le-maal-van-toen. Nu moet ie grijs en recht toe recht aan zijn. Staat me niet.), nonchalant een dikke sjaal erover gedrapeerd, zwarte stoere laarsjes aan, lang haar onder mijn wollen duivenvrouwtjesmuts en mijn retro Rayban op mijn neus. Klinkt gaaf toch? Vond ik ook. En de jongens voor mij ook.
Dacht ik.
Hoopte ik.
De linker keek me even achterom aan en stootte met zijn rechterarm de rechterjongen aan. Ze waren veel te jong, nog net geen twintig, maar dat maakte niet uit. Ze hadden het over me, dus ik viel mogelijk nog in de smaak bij jong en oud. De rechterjongen keek ook even achterom. Ze smoesden. Zie! Ik kan het nog! Er lekker uitzien! Ik begon harder te trappen en haalde de jongens in. Ze lachten een beetje toen ik ze aankeek. Nu was het mijn tijd om achterom te kijken: “Wat is er?”, vroeg ik quasi nonchalant en meisjesachtig.
De jongen die mij het eerst zag zette zijn pretogen op en antwoordde zo geheel niet naar mijn wens:
“Nou, ik zeg net tegen hem: hey moet je die vrouw zien, die lijkt op Inspector Gadget!”.
Zo.
Die kon ik mooi in mijn stylish verantwoorde blauwe plastic zak steken.
Recente blogposts
Alles weergevenAls moeder voel je je vaak ondergewaardeerd. Je man, je kids, je (jongere, kinderloze) collega’s; niemand lijkt écht te zien welke...
Bolle, de DJ, de Belg, de Krullenbol, de Klootzak, de Lamzak; Nee, je zit niet in een aflevering van ‘Opsporing Verzocht’ met een...
Architecten, kunstenaars, schrijvers, beroepsmuzikanten, sportverslaggevers, journalisten, redacteuren, directeuren, uitvinders,...
Comments