Column: 'JIJ'
- mijnsuperleven
- 31 mrt 2016
- 3 minuten om te lezen
Ik pak de grote Albert Heijn-tas uit het keukenkastje en wil de trap al aflopen als hij vraagt of ik het boodschappenlijstje bij me heb. Nee, ik heb het boodschappenlijstje niet bij me, omdat ik ervan uitga dat hij hem bij zich heeft. Ik heb immers de vaatwasser al in- en uitgepakt én zijn baardhaar uit de wasbak gevist. Ik graai snel het boodschappenlijstje van het aanrecht en loop naar buiten. Zodra ik het portier van de auto open, hoor ik de zware voordeur in het slot vallen. En dan gaat het ongeveer zo:
Hij: “Jij hebt de sleutel. Toch?”
Ik: “Nee. Maar jij gelukkig wel!?”
Hij: “Nee! Ik ga ervan uit dat JIJ hem uit de deur haalt als we weggaan.”
Ik: “Nou nee! JIJ ging als laatste naar buiten en degene die als laatste naar buiten gaat, doet de deur op slot.”
We worden gadegeslagen door de buurman die bij weer en wind met een potje bier op een klapstoel in zijn bestrate voortuin zit. Hij kijkt op van zijn biertje. Ons ‘gesprek’ gaat door.
Hij: “Ja jezus en nu heb je de sleutel zeker in het slot geduwd?!”
(O ja: wat hij en ik gemeen hebben, is dat we er beiden niet gezelliger op worden als we hongerig zijn….)
Ik: “Ik ging er gewoon van uit dat JIJ de deur met JOUW sleutelbos op slot zou doen! Volgens mij heb ik helemaal niéts met die sleutel gedaan.”
Hij: "Volgens mij? Volgens mij-hij??? Probeer dan even te vi-su-a-li-se-ren of je de sleutel ín het slot hebt gestopt of dat je ‘m er een beetje uit hebt getrokken”, hij praat en gebaart als een doventolk.
Ik: “Ja zeg, nu wordt ie helemaal mooi. Nu heb ík het zeker gedaan?!”
Hij: “Nou lekker dan, dat gaat dus weeeeeer 90 euro kosten!”
(Ik denk: net als die vorige keren dat JIJ jezelf buitensloot….)
Hij: "Dat staat leuk naast die 2 boetes voor te hard rijden.”
(Ik denk: Die JIJ lijkt te sparen tot je kwartet hebt…)
Ik: “Goed. Plan de campagne; we gaan een reservesleutel halen.”
Hij: “En een petfles.”
In het korte autoritje naar het bevriende stel dat een reservesleutel heeft, herhalen we onze tirades nog minstens drie keer. Niet veel later staan het stelletje en ik in hun keuken toe te kijken hoe mijn wederhelft fanatiek met een van die veel te scherpe Albert Heijn messen een petfles aan gort snijdt. Hij heeft de vorige keren goed opgelet hoe de ‘slotenmaker’ met 2 stroken plastic de deur binnen een minuut open kreeg en triomfantelijk met 90 euro achter zijn oor naar huis ging. Of naar het casino, dat kan ook.
De buurman zit nog steeds als versteend op een klapstoel aan zijn Schultenbräu te lurken als wij huiswaarts keren. Zonder boodschappen, maar met petfles.
Ik steek de reservesleutel in het slot. Helaas, de sleutel aan de andere kant van de deur zit te diep.
Naast mij worden de stukken plastic uit de binnenzak gehaald. Ik kijk toe hoe manlief zogezegd staat te ‘flipperen’ en denk er het mijne van. Mijn innerlijke vrouwelijke wijsheid zegt mij dat ik hem zijn gang moet laten gaan en beter niets kan zeggen. Geen tips geven. Niets. Handen in de zakken. Niets zeggen.
Ik houd het 7 minuten vol. Ik heb er witte knokkels van.
Ik: “Schatje?”
Hij: “………”
Ik: “Ietsje hoger denk ik…”
Hij: “…….”
Ik bluf: “Mag ik het zo eens proberen?”
Hij: “Ha, JIJ? Jij hebt nog nooit gezien hoe dit moet”
Ik: “Ik was vroeger best goed in flipperen. Vraag maar aan mijn broer.”
Ik pak de plastic flappen uit zijn hand, manoeuvreer tactisch mijn dunne vrouwenpols achter de deurknop en wrik het plastic van bovenaf in de kier. De deur floept open. De buurman kijkt trots op en steekt zijn duim omhoog. Mijn vriend mompelt slechts iets over een spinnenweb boven de deurpost.
Ik spring kinderlijk van trots een paar gaten in de lucht en moedig hem aan om mij een complimentje te geven. Met moeite perst hij er een kleintje uit.
We stappen opnieuw in de auto en eenmaal in de supermarkt gooien we ons mandje helemaal vol met avondeten en ander troostvoer. Godzijdank hebben we elkaar in onze liefde voor eten weer helemaal gevonden! In het gangpad met de chipszakken en de Tony Chocolonely’s geven we elkaar een kus.
Met de caissière tussen ons in, gooi ik het mandje leeg op de lopende band en staat hij met de boodschappentas geopend klaar om de boodschappen op te vangen. Teamwork pur sang.
Ik sta te wachten tot het kassameisje is ‘uitgebliept’, met mijn handen in mijn jaszakken.
Lege jaszakken.
Ik kijk mijn vriend vragend aan.
“Jij hebt het pinpasje bij je. Toch?”
Recente blogposts
Alles weergevenAls moeder voel je je vaak ondergewaardeerd. Je man, je kids, je (jongere, kinderloze) collega’s; niemand lijkt écht te zien welke...
Bolle, de DJ, de Belg, de Krullenbol, de Klootzak, de Lamzak; Nee, je zit niet in een aflevering van ‘Opsporing Verzocht’ met een...
Architecten, kunstenaars, schrijvers, beroepsmuzikanten, sportverslaggevers, journalisten, redacteuren, directeuren, uitvinders,...
Comments