Column: 46 keer
- mijnsuperleven
- 6 jul 2015
- 2 minuten om te lezen
“Ik wil mijn abonnement opzeggen”. Een meisje met paardenstaart draait zich om en geeft mij, zonder oogcontact te maken, een blauw papiertje. “Graag de lege vakken invullen en ondertekenen”. Ik leun nonchalant tegen de hoogglans witte balie en begin aan mijn klus. Het zweet staat me nu al op de bovenlip. Ondertussen maakt het blonde paardenstaartmeisje een verantwoorde smoothie met banaan, kwark en ongetwijfeld handenvol quinoa en goji shizzle voor een in een strak pakje gehulde brunette met spieren waar je een plank op kapot kunt slaan. Zo kan ik er ook uitzien als ik hier wat vaker zou komen, denk ik, vul mijn rekeningnummer in en zet een punt achter mijn paraaf. Het paardenstaartje pakt het ingevulde blauwe papiertje en wil zich bijna storten op een anabooltje, als ik haar uit haar routine haal.
“Zeg, kun jij eigenlijk zien hoevaak ik nog mag komen?”. Een vraag die volautomatisch uit mijn mond schiet wanneer ik mijn ogen op de strakke brunette laat rusten.
Paardenstaartje loopt verveeld naar de computer en begint als een volleerde huisarts te tikken op de maat van de loungehousegaragetrancemuziek die uit de boxen schalt. “Even kijken hoor’, roept het meisje boven de muziek uit. "Je hebt een jaarabonnement voor 1 keer per week en dit loopt nog tot 1 september”, Druk begin ik in mijn hoofd te rekenen, maar het meisje is me voor. “Je mag nog 46 keer komen tot 1 september.”
De brunette lijkt zich te verslikken in haar smoothie. Het anabooltje fronst zijn geëpileerde wenkbrauwen, en vergis ik me nou of heeft paardenstaartje een geanimeerde grijns op haar gezicht?
Eenmaal thuis sla ik mijn agenda open op de dag van vandaag.
6 juli.
Ik ben het afgelopen jaar welgeteld ZES KEER naar de sportschool geweest.
Een prestatie op zich.
Wedden dat ik ook een plank kapot kan slaan?
Op mijn hoofd.
Opmerkingen